Een taalkundige miskleun.
De term: seksuele gerichtheid om discriminatie op te verbieden is een onjuiste term. Homoseksualiteit is biologisch geaard en kan zich vervolgens (of nadrukkelijk niet) richten op gelijk ge-aarden. Gerichtheid is een keuze (wil je iets met je seksualiteit doen of niet) , maar geaardheid is geen keuze, dat is natuur. Daarom was seksuele geaardheid de enig juiste term geweest want ook al richt je je niet op gelijk geaarden kan je er toch op gediscrimineerd worden omdat je bv. als man vrouwelijk spreekt of beweegt. Maar ja, na de afgelopen jaren zoveel inclusieve diversiteitsruis over zoiets simpels als homoseksualiteit te hebben gestort, kan je het de volksvertegenwoordigers niet kwalijk nemen dat ze geen basiskennis van homoseksualiteit meer hebben. Homoseksualiteit is natuurlijk, het komt buiten mensen in de hele biologie (planten en dieren) te allen tijde voor, zolang de natuur bestaat. Maar ook als je je als homoseksueel ‘niet richt’ op dezelfde sekse ben je nog steeds homoseksueel.

Antoine Bodar
Artikel 1 van de grondwet
- Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele gerichtheid, handicap of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Gekunsteld
Innerlijke tegenstrijdigheid kenmerkt het antidiscriminatie artikel 1 van de Grondwet. Met de twee nieuwe toevoegingen wordt de onderlinge tegenstrijdigheid nog erger, je mag homo’s NIET discrimineren, maar WEL als je het op basis van religieuze overwegingen doet. Daarmee blijft Pim Fortuyn’s uiting indertijd, dat we vanuit homo-standpunt net zo goed artikel 1 van de grondwet kunnen afschaffen, nog steeds van kracht. Je bent of tegen discriminatie en daar kunnen geen religieuze uitzonderingen op zijn of je mag wel discrimineren, als je het maar wel op basis van religie doet.
Bezwaarlijk
Mijn bezwaar tegen artikel 1 van de grondwet is echter veel principiëler en daarin ben ik het volkomen eens met de (n.b. niet meest homovriendelijke) SGP in de Tweede Kamer en Annabel Nanninga die als Eerste- kamer-lid voor Ja21 tegen de toevoegingen aan de Grondwet stemden, terwijl haar fractie in de Tweede-Kamer vóór stemde. Eerst verbaasde me dat, want zij staat bekend als een gezellige Gay-sympathisante, maar toen ze mij haar bezwaren uitlegde waren dat dezelfde als de mijne. Je kan niet zeggen: je mag niet mag discrimineren ….en dan komen er allemaal zaken die je zeker niet mag discrimineren en ook nog een extra toevoerging dat je niet mag discrimineren op welke grond dan ook. Dat is heel vreemd. Daarmee lijkt het alsof er gradaties bestaan in discrimineren, het ene is minder erg dan het andere en jammer roodharige; ouderen en mensen met sproeten, maar jullie kunnen we veel makkelijker discrimineren dan mensen met een huidskleur. Huidskleur is belangrijker dan haarkleur qua discriminatie. Zowel Nanninga, de SGP als ik stellen ons op het standpunt dat er sowieso niet gediscrimineerd mag worden, op welke grond dan ook.
Grondwet op basis van machtstrijd
Het artikel is niet principieel tot stand gekomen maar door ideologisch verschillende en
tegenstrijdige belangen groepen. Socialisten, Christenen en Liberalen is het
indertijd gelukt om elk hun eigen belang in de grondwet te krijgen en daar komt Woke (D66, Groen Links en PvdA) nu ook nog eens bij. We hadden bijna genderidentiteit en -expressie ook nog als cult in artikel 1 erbij gehad, maar dat is ons bespaard gebleven.
Dit had artikel 1 van de Grondwet moeten zijn:
- Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie op welke grond dan ook, is niet toegestaan.