Wekelijks legt NU.nl een opvoedvraag voor aan een expert of ervaringsdeskundige. Deze week is dat: wat zou mijn rol als ouder moeten zijn in de geslachtsontwikkeling van mijn kind als ik een vermoeden heb dat mijn kind misschien ‘anders’ is?
“Dat je kind alleen met kinderen van het andere geslacht wil spelen, of zich af en toe als het andere geslacht kleedt, zegt niets over waar je kind zich in het geslachtsspectrum zal bevinden als het volwassen is”, zegt Kim Horsnell, arts, psycholoog en geslachtstherapeut. “Je kunt je kind het best gewoon laten experimenteren en snuffelen aan de andere geslachtsrol, zonder meteen een label gebruiken.”
Je hoeft dus zeker niet te denken dat je kind door interesses in andere geslachtsrollen later trans- of homoseksueel zal zijn, hoewel het natuurlijk wel kan. Volgens Horsnell maakt het allemaal deel uit van een gezonde ontwikkeling. “Aan interesses in dingen die stereotyperend voor het andere geslacht zijn, kun je niet herkennen of je jonge kind later trans- of homoseksueel zal zijn. Daar heb je ook nul invloed op, dus laat je kind lekker kind zijn en zich uiten.”
Pas als je kind veelvuldig aangeeft en laat zien dat het zich anders voelt, kun je praten over hoe je kind zichzelf ziet.
Elsbeth Reitzema, senior medewerker bij Rutgers
Natuurlijk kán het wel zo zijn dat je kind zich later identificeert met een ander geslacht, en dat jij dat door bepaald gedrag nu al vermoedt. Maar het kan net zo goed dat je nog helemaal niets aan je jonge kind merkt. “Afvinklijstjes bestaan niet. Er is onderzoek gedaan naar factoren die iets voorspellen over de geslachtsidentiteit van je kind op volwassen leeftijd, maar je kunt weinig voorspellen op basis van gedrag van je jonge kind”, aldus Horsnell.
Kinderen kunnen zich op jonge leeftijd echter zeker wel al anders vóélen over hun geslacht, zegt Elsbeth Reitzema, senior medewerker bij Rutgers, kenniscentrum voor seksualiteit. “Vanaf de leeftijd van twee à drie jaar zou een kind het kunnen benoemen, maar ook dan is het niet per se iets wat hoeft te blijven bestaan.” Het kan ook pas op latere leeftijd in de beleving van het kind ontwikkelen, voegt Horsnell toe.
Een strikt dieet, een uitgekiende bevruchting: Kim doet er alles aan om een meisje te krijgen.
Erover praten kan altijd
Je hoeft dus niet naar iets te zoeken en te proberen een label op je kind te plakken vanwege bepaald gedrag. Als je kind zelf meldt dat het zich anders voelt, dan kan je daar gerust verder over vragen volgens Reitzema. Pas als je kind veelvuldig aangeeft en laat zien dat het zich anders voelt, kun je samen gaan praten over hoe je kind zich dan precies identificeert, of bijvoorbeeld naar een genderpoli gaan.
Probeer verschillende genderidentiteiten zoveel mogelijk te normaliseren zonder je kind daarin te sturen.
Kim Horsnell, arts en gendertherapeut
Praten over geslacht en verschillende geslachtsrollen is sowieso een goed idee, aldus Horsnell. Naar aanleiding van boeken of films waarin geslacht wordt besproken vragen hoe jouw kind het jongens-meisjesgevoel voelt, kan prima. “Probeer verschillende geslachtsidentiteiten zoveel mogelijk te normaliseren zonder je kind daarin te sturen. Praat er wel op een leeftijdsconforme manier over. Vraag niet aan een achtjarige hoe hij zich ‘voelt in zijn lijf’, maar vraag bijvoorbeeld of hij zich van binnen, of bijvoorbeeld in zijn hart, meer op een jongen of meisje vindt lijken.”
Plak geen label
Wat Reitzema en Horsnell vooral willen meegeven, is dat je je kind zoveel mogelijk lekker gewoon kind moet laten zijn en laat experimenteren met geslacht zoals hij of zij wil. Probeer vooral ook géén label op je jonge kind te plakken als je iets vermoedt, want identiteitsontwikkeling kan volgens Horsnell tot op volwassen leeftijd nog alle kanten op.
“Je hoeft je ook geen zorgen te maken over je rol daarin. Je kind wordt geboren met bepaalde voorkeuren die zich vroeger of later zullen uiten, maar jij hebt daar geen enkele invloed op als ouder”, aldus Reitzema.
Waar je wél invloed op hebt, is op hoe de eigenwaarde van je kind zich ontwikkelt, zegt Horsnell. Geef je kind dus het gevoel dat het zich zichzelf mag zijn, ongeacht zijn geslachtelijke voorkeur, en probeer je kind vooral niet te sturen daarin. “Laat je kind los in zijn ontwikkeling en leer hem dat het erom gaat of je een goed persoon bent, en niet wat je geslacht is. Maak het onderwerp geslacht vooral bespreekbaar.”