03 aug 2022 om 05:01Update: een jaar geleden
Nederland staat op de dertiende plaats van Europese landen die het op het gebied van lhbtiq+-rechten goed voor elkaar hebben. Dat terwijl we eerder tot de wereldtop behoorden. De meeste coalitiepartijen hebben een akkoord getekend waarmee Nederland weer terug kan komen aan de top. Maar de uitvoering van dat akkoord verloopt volgens belangenorganisaties maar traag.
Jaarlijks brengt mensenrechtenorganisatie Ilga Europe de Rainbow Europe-index uit. Voor deze ranglijst wordt per land gekeken naar wetgeving en beleid om lhbtiq+’ers te beschermen. Ons land scoorde drie maanden geleden 56 van de 100 haalbare punten. Ter vergelijking: lijstaanvoerder Malta haalde er 92.
Top 5 Rainbow Europe-index
- 1. Malta
- 2. Denemarken
- 3. België
- 4. Noorwegen
- 5. Luxemburg
Een deel van de punten uit de Rainbow Europe-index en het Nederlandse regenboogstembusakkoord komen overeen. In dat akkoord deden lijsttrekkers vorig jaar een reeks beloften aan belangenorganisatie COC over lhbtiq+-emancipatie voor deze kabinetsperiode. Het akkoord werd getekend door de gehele coalitie, behalve ChristenUnie.
De uitvoering verloopt traag, constateert COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. “We stijgen al als slechts een deel van de beloftes wordt uitgevoerd. Maar afgelopen jaren stonden we stil en werden we door andere landen ingehaald die wél met nieuwe wetten kwamen.”
Zo steeg IJsland dit jaar op de lijst nadat het land ouderschap van transgender personen erkende. Frankrijk legde conversietherapie, ook bekend als ‘homogenezing’, aan banden. In Nederland zijn beide wetten nog niet geregeld.
Enkele punten uit het regenboogstembusakkoord
- Er komt een verbod op lhbtiq+-genezingstherapieën
- Er komt een wettelijke regeling voor meerouderschap
- Er komt een einde aan afwijzing van lhbtiq+-personen door scholen
- Er komt een verbod op niet-noodzakelijke medische behandelingen van intersekse kinderen en volwassenen zonder hun instemming
- Iedereen kan zonder tussenkomst van de rechter een ‘X’ in diens paspoort zetten
Aanpak van discriminerend geweld
Een belangrijk punt waarmee Nederland kan stijgen op de lijst is de aanpak van discriminerend geweld. Ongeveer zeven op de tien lhbtiq+-personen in Nederland krijgt hiermee te maken, fysiek of verbaal. Toch worden er minder dan tien mensen per jaar voor veroordeeld.
Dat een strengere aanpak van discriminerend geweld een verschil kan maken, bewijst Denemarken. Dat land was door de invoering van een wet hiertegen met zeven plekken de grootste stijger op de regenboogindex.
Over de aanpak van discriminerend geweld zijn afspraken gemaakt. Zo is beloofd dat speciale discriminatierechercheurs worden aangesteld. Ook zou er meer tijd en geld komen voor de Roze in Blauw-eenheden bij de politie. Die kunnen lhbtiq+-personen ondersteunen, onder meer bij het doen van aangiften.
Onlangs zat het COC hierover om tafel met minister Dilan Yesilgöz van Justitie en Veiligheid. “Ze gaf aan dat ze staat voor de afspraken hierover in het regenboogstembusakkoord, maar kon over deze beloftes nog geen duidelijkheid geven”, aldus Oosenbrug. “Het kabinet is welwillend, maar soms lijkt het alsof niet meer helder is wat de afspraken zijn.”
Ministerie: ‘Uitwerking vraagt nodige zorgvuldigheid’
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hoofdverantwoordelijk voor het emancipatiebeleid, laat in een reactie weten zich niet te herkennen in het beeld dat de uitvoering langzaam verloopt.
“Het kabinet werkt momenteel hard aan de uitwerking van de punten. Die zijn ambitieus en soms complex. Ze zijn niet van de ene op de andere dag gerealiseerd”, zegt een woordvoerder.
“De uitwerking vraagt de nodige zorgvuldigheid, afstemming met departementen, maatschappelijke organisaties en uiteindelijk politieke afstemming”, gaat ze verder. “Dat kost tijd.”
In het najaar ontvangt de Tweede Kamer de Emancipatienota. Daarin gaat het kabinet nader in op de ambities van het Nederlandse emancipatiebeleid.
Groot deel punten betreft rechten transgender personen
Een ander groot deel van de punten uit de regenboogindex heeft betrekking op transgender personen. Ook Sophie Schers, beleidsadviseur bij Transgender Netwerk Nederland, vindt dat het nakomen van de beloftes uit het regenboogstembusakkoord te langzaam gaat.
“De echt grote laatste stap op het gebied van wetgeving voor transgender personen was de aanpassing van Algemene wet gelijke behandeling”, aldus Schers. In die wet staat sinds november 2019 dat mensen niet gediscrimineerd mogen worden op grond van hun geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie. Daarvoor werden transgender personen niet expliciet in de wet beschermd tegen discriminatie.
Volgens Schers is er nog veel winst te behalen op het vlak van zorg. “Er zijn enorme wachtlijsten waarbij twee jaar of langer wachten op zorg helaas heel normaal is. Iemand die zorg wil, wordt daarnaast maandenlang psychisch onderzocht”, zegt Schers. “Steunt je familie je? Wat is je draagkracht? Als dat bij alle zorg het geval zou zijn, dan zou veel zorg niet kunnen plaatsvinden.”
Dat is in strijd met het fundamentele recht op zelfbeschikking, stelt de beleidsadviseur. Iemands genderidentiteit, inclusief de juridische registratie daarvan, behoort alleen iemand zelf toe. Dat staat ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. “Het wordt tijd dat transgender personen worden geloofd op hun woord.”
Ook reden tot optimisme
Er is nog veel werk aan de winkel, maar er is ook reden tot optimisme. Er zijn het afgelopen jaar verschillende processen in gang gezet die de positie van Nederlandse lhbtiq+-personen kunnen verbeteren.
Zo werd in februari een initiatiefwet ingediend die ‘homogenezing’ strafbaar moet stellen. Dat gaat nu voor advies naar de Raad van State. Daarna buigen de Tweede en Eerste Kamer zich erover, waar een meerderheid voor lijkt te zijn.
Ook wordt er gekeken naar de afschaffing van de deskundigenverklaring die nodig is als iemand zijn geslacht bij de gemeente wil laten veranderen. Daarnaast komen er mogelijk zwaardere straffen voor discriminerend geweld. Tot slot lijkt de Kamer vlak bij de verankering van lhbtiq+-rechten in de grondwet.
“Als je alles bij elkaar optelt, lijken we goed op weg te zijn”, aldus Oosenbrug. “Maar de regering moet een sprint trekken en haast maken met de uitvoering.”
